“Alle blaadjes van de bomen,
zwieren zwaaien in het rond.

Alle blaadjes van de bomen,
vallen zachtjes op de grond.

Alle blaadjes van de bomen,
maken een mooi tapijt.

Maar die arme kale bomen… zijn al hun blaadjes kwijt.”

Gedurende twee weken werkten we rond de boom, de takken, de blaadjes, de herfstvruchten en de kledij die we dragen als de HERFST in het land is.